Wat het eend-je dacht.
O, als ik maar een meis-je was,
Wat was ik dan toch blij!
Ik at maar ^rood, den hee-len dag, En ’k vroeg er tel-kens bij.
Ik at het hee-le mand-je leeg,
En vroeg dan, of ik nóg wat kreeg. O, kon ik maar een meis-je zijn,
Wat vond ik dat toch fijn!