„Kees,” zei de juf.
„Stond daar niet eerst ze-ven-tien ?” „Nee,” schud-de Kees.
Hij keek de juf niet aan.
Want hij had ge-jokt.
En als je jokt kun je nooit ie-mand goed aan-kij-ken.
„Wat jam-mer dat je jokt,” zei juf.
„Dat is veel er-ger dan een fou-te som. Nu wil ik den hee-len dag niet naar je kij-ken.
Want je hebt ge-jokt.”
Kees had erg ver-driet.
Wat naar, dat juf niets van hem wou we-ten.
Niet eens naar hem kij-ken!
Hij wou zoo graag, dat juf weer goed op hem was.
Maar dat kon niet.
In eens be-dacht hij wat.