20
Want die jon-gen was zoo knap in re-ke-nen.
En toen maak-te Kees van de ze-ven-tien op zijn pa-pier een veer-tien.
Hij had er een kleur van.
Om-dat hij het zelf zoo erg vond.
De juf had het ge-zien.
Ze vond het zoo jam-mer.
Want fout vond ze niet zoo erg als af-ge-ke-ken.