0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Van dien dag af .
tegen Greet.
Eindelijk was de tijd om* Greet was beter: Greet werd in 't bad gestopt door moeder, Greet kreeg haar kleeren aan, en daar stapte Ze met blije oogen het huis door, de huiskamer binnen.
Nellie en Jacob zaten rustig aan weerszijden van de kachel. Toen Greet de deur in kwam, sprongen ze allebei op. Ze wisten niet wat ze zagen!
Daar was Greet weer, hun eigen goeie, beste Greet!
Jacob, stille Jacob, bleef stokstijf staan, met den staart omhoog.
Maar drukke Nellie sprong op Greet toe, blafte, likte naar haar hand, blafte weer, — wist van dolligheid niet, wat hij moest doen.
„Nellie, Nellie, oudje, stil dan toch, Nellie, — ben je zóó blij ?" Toen dacht Jacob:
„Ze ziet alleen maar Nellie. Naar mij kijkt ze niet om."
, En Jacob ging stil en bedroefd achter de kachel zitten. Toen Nellie wat bedaard was, vroeg Greet:
„En waar is Jacob toch? Ik zie Jacob niet."
Jacob deed net, of hij niets hoorde.
„Nee, ze ziet me niet>" dacht hij boos.
„Mauw!"
„Dag Nellie, dag Jacob!"
„Waf!"
„Mauw!"
Van dien dag af kwamen Nellie en Jacob eiken dag om den-
}■[ zelfden tijd voor de deur zitten en riepen „mauw" en „waf"
„Mauw !"
Jacob, Jacob!"
00 30 0000000000000000000000000000