0 0
0 „Mauw”, zei Jacob. 0
0 „Nee, jongen, je mag niet naar binnen. Je wilt toch geen 0
0 roodvonk krijgen?” 0
0 „Mauw,” zei Jacob. 0
0 ’t Kon hem niets schelen om roodvonk te hebben; hij wou 0
0 er wel groenvonk bij hebben, als hij maar bij Greet in de kamer 0
0 mocht. 0
0 Moeder liep door naar de achterkamer, en Jacob zat weer 0
0 alleen. 0
0 Maar na een poosje, wie kwam er naast hem zitten? 0
0 Nellie. 0
0 Nellie keek ook scheef naar den deurknop, met één oor rechtop 0
0 en één oor omlaag. 0
0 „Waarom laten ze ons er nou niet in?” klaagde ze. 0
0 „Mauw,” zei Jacob. „Greet heeft roodvonk. Ze zijn bang dat 0
0 wij het ook krijgen.” 0
0 „En wat zou dat dan?” 0
0 „Ja, wat of dat zou! Ik weet het niet.” 0
0 En Jacob ging heelemaal in elkaar gedoken zitten, met ge- 0
0 vouwen voorpootjes. 0
0 ,,’k Zal eens probeeren of ik de deur open krijg,” zei Nellie. 0
0 „Heb ik al geprobeerd,” gromde Jacob, „Geeft niks.” 0
0 Maar Nellie probeerde het toch. Ze sprong met haar harde, 0
0 tikkende pootjes tegen de deur op, zóó hard, dat Greet het 0
0 hoorde. 0
0 „Nellie! Nellie!” riep Greet, met tranen in haar stem. 0
0 „Waf! Waf!” 0
0 Nellie begon zachtjes te janken. 0
0 Jacob dacht: 0
0 „Mij roept ze niet. ’t Is altijd alleen Nellie”. 0
0 En hij ging met z'n rug naar de deur zitten. 0
0 „Nellie, zeg nog eens wat!” huilde Greet. 0
0 „Waf!” 0
0 „O, Nellie! Is Jacob er ook?” 0
Jacob draaide zich ineens weer om, stond weer op vier 0
0 pooten. 0
0 0