Om stil te luisteren

Titel
Om stil te luisteren

Jaar
1931

Pagina's
55



0    Ej

13    En ’t winterkoninkje vloog van boom tot boom, en keek    H

13    telkens, of de kinderen wel achteraan kwamen.    13

13    Ja hoor! Daar stond het huisje!    13

13    Het dak was heelemaal wit, en de stoep en de vensterbank    13

0 ook. Dat zagen ze al uit de verte.    13

13    „Boschmannetje! Boschmannetje!” riepen ze. „Wij zijn het,    13

H de heikindertjes!”    13

13    Daar ging het groene deurtje open, en het boschmannetje    13

13    stond aan den ingang; het boschmannetje, met zijn langen,    13

13    witten baard, zijn vriendelijk gezicht, en zijn gezellige puntmuts    13

13 op zijn witte haren.    13

13    ft Boschmannetje was ook al zoo oud; — zoo oud als het    13

13    bosch. En het bosch was héél erg oud. Daarom had het bosch-    13

13 mannetje zoo’n witten baard.    13

13    „Dag boschmannetje!” riepen ze hem al toe.    13

13    „Dag heikindertjes! Kom maar gauw hier!”    13

13    Daar kwamen ze alle vier naar ’t huisje toe: vooraan ’t kleinste    13

13 heikindje, dat haar armpjes al vooruitstak naar het boschmannetje, 13 13 omhemlekkertepakken.Ennummertweehadzulkekoudehandjes, 13 13 dat ze haar vingertj es in den mond stopte, om ze warm te maken. En 13 13 achteraan kwam de oudste, met de mooie dennetakjes in haar arm. 13 13    „Die takjes zijn voor u,” zei ze.    13

13    „Wat mooi!” zei ’t boschmannetje. „Ik hang ze in ’t ka-    13

13    mertje op, en dan ruikt mijn heele huisje ernaar!”    13

13    Toen gingen ze naar binnen, naar ’t warme vuurtje.    13

13    Allemaal zaten ze op den grond voor ’t vuur, behalve ’t kleintje,    13

13 dat gauw op ’t boschmannetje z'n schoot ging zitten. Daar zat 13 H ze toch zoo heerlijk!    13

13    Door ’t raam keken een paar meesjes en het winterkoninkje    13

13 naar binnen. Ze zaten in de sneeuw, die op de vensterbank lag. 13 13 Maar ze verlangden niets naar dat vuurtje binnen; dat vonden 13 13 Ze veel te benauwd. Als ze maar frisch in de kou mochten rond- 13 13 vliegen, en ’t eten oppikken, dat ’t boschmannetje voor ze had 13 13 gestrooid, dan waren ze best tevreden.    13

13    „Hoe gaat het met Moedertje ?” vroeg ’t boschmannetje. „En    13

13 hoe gaat het met de hei?”    13

13    13

I313I3I3HHI3I3I313I3I3I3I3I3I3I3I3I3I3I313I3I3I3I3I3I3 19 1313






2*

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.