25
Zal ik er een lap-je om doen?”
En ze bindt een lap-je om Suus haar buik-je*
„Zie-zoo,” zegt Nel-lie dan*
„Nu maar stil blij-ven lig-gen*
Dan zal de pijn wel gauw o-ver-gaan*
En niet pra-ten*”
Ze gaat op een stoel zit-ten*
Ze kijkt de zie-ke poppen met een boos ge-zicht aan*
„Is nu de pijn weg?” vraagt ze na een poos-je*
„Zal ik de lap-jes er nu maar weer af ne-men?”
De pop-pen la-ten zich best hel-pen*
Ja, hoor, ze zijn be-ter*
Ge-luk-kig maar!