Knus in een hoekje

Titel
Knus in een hoekje

Jaar
1931

Overig
2ed

Pagina's
53



Toen dat een paar dagen zoo geduurd had, zei de zon tegen den wind:

„Hou nou eens even stil. Ik moet wat met je praten.”

„’k Heb geen tijd,” wou de wind net zeggen, maar toen zag hij opeens hoe verdrietig de zon keek. En zei kortaf:

„Wat had je dan?”

En de zon vertelde wat ze allemaal gezien had in die korte oogenblikjes, dat ze tusschen de wolken door kon kijken.

„Kijk nou eens even naar beneden. Zie je

„Zie je daar dat kleine meisje daar dat kleine meisje in die straat loopen?”

in die straat loopen?"

De wind zag het.

„Ga nou eens even mee met dat meisje. Maar zachtjes, dat ze niet nog kouder wordt.”

De wind ging heel zachtjes door het straatje, waar het meisje woonde. En toen hij naar binnen had gekeken en daar al die bibberende kleuters zag en het aardige meisje met een beteuterd gezichtje in de koude kamer zag rondkijken, toen ging hij maar gauw weer hoog in de lucht, en vroeg weer aan de zon, maar nu veel zachter:

„Wat wou je dan?”

„Ik wou het zoo graag warm maken,” zei de zon. „Maar dat kan ik niet, zoolang die ondeugende wolken voor mij langs schuiven en zoolang jij me niet helpt.”


liep het kleine meisjes met twee zusjes . .




Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.