Knus in een hoekje

Titel
Knus in een hoekje

Jaar
1931

Overig
2ed

Pagina's
53



Gerard, dat meester eigenlijk had willen zeggen:

„Gerard, begrijp jij het?”

En hij knikte ja. Hij had het begrepen. Hij wist nu wat er het meeste op aan kwam.

Toen hij uit school kwam, vroeg hij met een roode kleur aan Dirk, hoe het met zijn zusje ging.

„O, gaat nogal,” zei Dirk kort, en wou met Rinus doorloopen.

Toen slikte Gerard even en zei dapper:

„Ik had gisteren wel moeten helpen.”

„O, dan is het goed,” zei Dirk.

„Mag ik mee den weg uit?” vroeg Gerard.

„Ga je gang.”

Van dien dag af was de weg van en naar school voor Gerard lang zoo vervelend en eenzaam niet meer. Hij had vrienden gekregen. Hij kon nu vrienden zijn met Dirk en Rinus en het kleine zusje. Want hij wist nu wat er het meeste op aan kwam.

’t Zijn katjes zonder klauwen, Ze kunnen niet miauwen, Maar zijn zoo zacht als zij.

’t Zijn katjes zonder pootjes, Ze groeien langs de slootjes; Je loopt er vaak voorbij.





Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.