Hermans - koos de jury de novelle van Marianne Philips. Het boekje werd, zonder vermelding van de naam van de auteur, in een oplage van 150.000 exemplaren verspreid. Aan het geschenk was een prijsvraag voor lezers verbonden. De namen van de auteurs die een manuscript hadden ingezonden stonden achterin het boekje vermeld. Geldprijzen werden verloot onder de lezers die de goede auteur van De zaak Beukenoot hadden ingezonden.
Mariannes protagonist, de Amsterdammer Arnoldus Beukenoot, is een man van begin veertig 'met de opgewektheid van een nooit volwassen geworden straatjongen'. Hij gaat langs de deuren met zijn simpele schilderijtjes. Veel verdient hij niet voor zijn Leen, met wie hij niet is getrouwd, en hun kinderen. Op de dag dat hij opeens een paar tientjes heeft, viert hij dat uitbundig in een café. In zijn dronkenschap ziet hij een etalagepop aan voor een bekende. Hij trapt de winkelruit in en wordt opgebracht. Daarna wordt hij een speelbal van justitie. 'Omdat de rechtspraak wordt uitgeoefend door mensen, wordt zij beïnvloed door menselijke deugden en zwakheden.' Die stelling werkte Marianne geestig verder uit. De officier van justitie is geen onmens, maar dom. De pro-deo-advocaat is onervaren en de rechters zijn ongeïnteresseerd. Het vonnis voor een eenvoudig delict: tien maanden gevangenisstraf. Het hoger beroep dient pas na elf maanden. De rechters weten niet anders te doen dan Beukenoot tot die elf maanden te veroordelen. De president van de rechtbank zegt: 'Als fouten in de rechtspleging eenmaal onherstelbaar zijn, moeten ze niet openbaar worden gemaakt.'
Begin mei werd de naam van de auteur op feestelijke wijze bekendgemaakt in het Vondelpark-paviljoen. Sam en Carla waren erbij. Opeens stond Marianne weer in het middelpunt van de belangstelling. Tot haar vreugde had ze haar rentree gemaakt in de literaire wereld, ze had het gevoel dat ze er weer bij hoorde.
91