Warmelo. 'Kan er nou niets aan gedaan worden, dat daar verandering in komt/ vroeg ze. 'Jawel/ zei Van Warmelo, die voordat hij aan het toneel ging oesterte-ler en sigarenmaker was, 'dan moet je beginnen met socialiste te worden en je te organiseren.' Dat deed ze: 'Ik werd lid van de sdap in een tijd waarin pionierswerk werd gedaan. In de tijd waarin je vegetarisch at. En waarin wij zongen: "Makkers laat ons de kazernes slopen."'
Marianne stortte zich met hart en ziel in de nieuwe wereldbeschouwing, maar haar familie moest niets van de socialisten hebben. In een korte levensbeschrijving formuleerde ze het mild: 'In die tijd was het nog een uitzondering en enigszins een blamage als een meisje van goeden huize zich publiekelijk "rood" verklaarde. Ik heb er dan ook nogal wat moeilijkheden mee gehad, maar ik was wees en hoefde dus gelukkig geen ouderlijke harten te bezeren.'
In het huis van haar stiefvader viel het leven haar steeds zwaarder. Ze voelde zich betutteld, verlangde naar vrijheid. Haar zuster Greta was het gezin ontvlucht door te trouwen met haar volle neef Bram Rozelaar, een huwelijk waar Simon Kan zich tot het uiterste tegen had verzet. Haar broer Bram, terug uit dienst, vertrok naar Engeland om daar medicijnen te studeren. Ook Marianne zag kans om het benauwende huis van Kan en de armoede te verlaten. Haar oudste zuster Sara en haar man, Louis Glazer, boden haar aan bij hen in Haarlem aan de Leidsevaart te komen wonen. Daar vond ze de vrijheid waar ze zo naar had verlangd.
In die tijd waagde ze zich voor het eerst aan het schrijven. Ze stuurde een impressionistisch stuk vol woordkunst a la de Tachtigers aan de Kikeriki, het zondagsblad van het Nieuwsblad voor Nederland. Tot haar grote teleurstelling vond de redactie het niet geschikt. Haarlem maakte haar niet gelukkig. Ze vond de stad verschrikkelijk saai in vergelijking met Amsterdam. Ze verveelde zich, ergerde zich aan Sara's bazigheid en
17