74
NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN
adjudant en na deel aan den slag van Waterloo te hebben genomen, begeleidde hij Napoleon naar St. Helena. Hij was den Keizer daar van groot nut, door als secretaris — zoowel, tijdens het verblijf, als na het vertrek van Las Cases — onder dictee van Napoleon, diens terugkeer van Elba op te schrijven. Napoleon benoemde hem tot een zijner exécuteurs testamentaires en gaf hem zijn manuscripten te bewaren. Na Napoleon’s dood kwam hij naar Frankrijk terug, waar hij te samen met Gourgaud een groot werk „Mémoires pour servir a 1’histoire de France sous Napoléon, écrits a Sainte Hélène sous sa dictée” schreef en uitgaf. Later, in 1840, door Napoleon de derde, in de proclamatie, die deze bij zijn landing in Frankrijk uitgaf, als chef van diens generale staf benoemd, werd hij, na het mislukken van diens plannen, gevangen genomen en tot twintig jaar vestingstraf veroordeeld. Hij bleef echter maar zes jaar in gevangenschap. Hij stierf in 1853.
Deze beschrijving van zijn loopbaan nu, vertoont in haar breede omtrekken geen groote afwijkingen bij die van zoovele anderen uit den tijd van Napoleon, waarin dergelijke snelle promoties en bevorderingen niet zoo heel zeldzaam waren. Gaat men echter de details van zijn leven na, dan stuit men op allerlei onverklaarde gedragingen en verscheidene onware beweringen, waarvoor de motieven grootendeels in het duister liggen en die de Montholon als een minderwaardige persoonlijkheid doen kennen. De vraag doet zich daarbij voor of Napoleon van dat alles op de hoogte was en wat hem kan hebben bewogen, juist de Montholon uit te kiezen om hem in zijn verbanning te volgen. De geschiedenis bijvoorbeeld, dat de Keizer hem een eere-sabel zou hebben gegeven, is een onwaarheid en nergens dan ook — behalve in het verhaal daaromtrent van de Montholon zelf — vindt men er melding van gemaakt. Bij zijn sollicitatie in 1809, om aan het Huis van de Keizerin te worden verbonden, geeft hij als reden voor zijn wensch op, dat „Le délabrement de sa santé, suite des fatigues de la guerre, ne lui permettant pas de continuer a servir activement, il sollicite 1’honneur d’être attaché a la Maison de S. M. lTmpératrice qui 1’honore de sa protec-tion” en vermeldt tevens, dat hij in den slag van Jena, in een charge naast Auguste Colbert gewond is: zijn staat van dienst vermeldt er niets van. Hij beweert voorts dat hij te Heilsberg — door zijn moedig gedrag — eenige bataillons van Savary van den ondergang heeft gered: Savary voerde er niet alleen geen