27
NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN
af. Zijn laatste poging is mislukt. Er rest hem niet anders dan zich aan zijn noodlot over te geven.
Den 29-sten Juni, des middags om vijf uur, vertrekt hij van Malmaison, nadat hij van Joseph, die zich bij hem had gevoegd, van kardinaal Fesch, van Hortense — die met haar stille en eenvoudige toewijding niet alleen voor hem heeft gezorgd, doch die een van de weinigen is geweest, die hem geen geld hebben afgebedeld maar die hem gedwongen heeft haar meest kostbaren diamanten halssnoer aan te nemen, voor het geval, dat hij eens geld mocht noodig hebben — en het laatst van zijn moeder afscheid had genomen, een afscheid tragisch-grootsch van diepen ernst en eenvoud. Talma, die er bij tegenwoordig was, zeide later tot Mlle. Cochelet, de lectrice van Hortense: „Quel spectacle que cette séparation de Madame Mère et de son fils. Elle n’arracha aucune marqué de sensibilité a 1’Empereur, mais qu’elle a fait naitre d’expression dans sa belle physionomie, dans sa pose, et que de choses probablement dans sa pensée... L’émotion de Madame Mère se fit jour par deux grosses larmes qui sillonnaient ce beau visage a 1’antique, et sa bouche ne pro-nonpa que ces trois mots, en lui tendant la main au moment du départ:
„Adieu, mon fils.”
La réponse de 1’Empereur fut aussi laconique:
„Ma mère, adieu.”
Puis ils s’embrassèrent.
C’est ainsi que se fit cette séparation, qui devait être éternelle”.
Napoleon verliet Malmaison niet door den hoofd-uitgang, waar de rijtuigen gereed stonden en waar zich een groote volksmenigte verzameld had, om van zijn vertrek getuige te zijn, maar langs een achterweg, waar een postwagen, met vier paarden bespannen, hem wachte. Terwijl zijn gevolg, bestaande uit Las Cases en zijn zoon, de Montholon, Planat en Résigny, met de dienst- en bagage-voertuigen over Orléans reist, gaat hij, incognito, vergezeld van drie of vier personen, over Ram-bouillet, Tours, Poitiers en Niort en komt den 3-den Juli, des morgens om acht uur, te Rochefort. Overal — behalve te Saint-Maixent — wordt hij met gejuich en gejubel, met geroep van „Vive 1’Empereur” ontvangen. Te Saint-Maixent was de bevolking, met de garde nationale aan het hoofd — onrustig en in de war gebracht door de roezige gebeurtenissen en de verwarde berichten, die kort te voren waren verspreid — toen het rijtuig