228
NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN
geregeld en voordat hij de boeken had ontvangen, die hij daarbij noodig had, moest hij zich behelpen met een slecht boekwerk over de oorlogen der Franschen in Italië, en met een verzameling van het „Annual Register,” die hem door een bewoner van St. Helena was ter leen gegeven. In April 1816 echter, ontving hij van Hudson Lowe — die een paar honderd Fransche boeken in zijn biblotheek had meegebracht en ter beschikking van Napoleon en zijn gevolg stelde — een verzameling „Bulletins de la Grande Armée,” de ofïïcieele stukken over de expeditie naar Egypte en eenige Moniteurs. Zoolang hij zich nog niet met het dicteeren van zijn veldslagen bezig hield, las Napoleon geweldig veel; naar het zeggen van Gourgaud heeft hij gedurende het eerste jaar van zijn verblijf op St. Helena niet minder dan vijf en zeventig deelen doorgelezen! In zijn wit-casimiren kamerjapon op de kleine sofa van zijn kamer uitgestrekt, verlangt hij, dat Saint Denis hem boeken, veel boeken, brengt en blijft hij soms lezen tot het uur van het middag-eten daar is, bladert of leest een werk door, legt het weg, neemt het nog eens op en — indien het de moeite waard is — schrijft hij zijn opmerkingen aan de rand van de bladzijden. Later bespreekt hij ze met zijn gevolg en lokt er lange discussies over uit.
Hij las voornamelijk de brieven van Mad. de Sevigné, veel Mémoires, geschiedkundige werken, en brochures, waarin hij nieuwsgierig zoekt naar wat men over zijn regeering zeide. De pamfletten tegen hem gericht en de lasterpraatjes, die men er in verkondigde, lieten hem koel; waren zij te erg dan schreef hij er een uitroep-teeken naast of een korte aanteekening en ging verder. Boeken over krijgskunde, aardrijkskundige werken en reisbeschrijvingen las hij eveneens veel. Op literair gebied voelde hij zich nog altijd aangetrokken door Paul et Virginie, dat hem in zijn jeugd, door de sentimenteele romantiek, zooveel genoegen had verschaft; Don Quichotte behoort eveneens onder zijn preferenties, evenals Gil Bias, terwijl hij van de Engelsche literatuur Paradise lost, de geschiedenis van Engeland door Hume en Clarisse Harlow, in vertaling, leest. Van de Fransche proza-schrijvers is Voltaire dien hij „le roi de 1’esprit” noemde, zijn lieveling, terwijl bij boven alle Fransche dichters Ossian — die hij in een Italiaansche vertaling leest — verkiest, wiens groot-visioenende nevel-beelden hem aantrekken. „On m’a toujours accusé, zeide hij eens tot Lady Malcolm, glimlachend, d’avoir les nuages d’Ossian dans la tête!”