NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN 225
d’Empereur! Et qui vous a donné le droit de me disputer ce titre ? Dans peu d’années, votre lord Castlereagh, votre lord Bathurst et tous les autres, vous qui me parlez, vous serez ensevelis dans la poussière de 1’oubli, ou, si on connait vos noms, ce sera par les indignités que vous aurez exercées contre moi, tandis que 1’empereur Napoléon demeurera toujours sans doute le sujet, 1’omement de 1’histoire et 1’étoile des peuples civilisés.” En Hudson Lowe scherp in het gelaat kijkend voegde hij erbij: „Je suis 1’Empereur Napoléon, Monsieur, 1’Empereur Napoléon entendez-vous ? C’est une injuré et une sottise de m’appeler autrement. .. L’Angleterre aura cessé d’exister, qu’on m’appellera encore 1’Empereur Napoléon.”
De Keizer moest zelf erkennen, dat hij Hudson Lowe geweldig had aangevallen en zeide s’avonds, terwijl hij zich er een verwijt van maakte, dat hij zoo had gedaan: „Je ne dois plus recevoir eet officier, il fait que je m’emporte, c’est au-dessous de ma dignité. II m’échappe vis-a-vis de lui des paroles qui eüssent été impardonnables aux Tuileries; si elles peuvent avoir une excuse ici, c’est de me trouver entre ses mains et sous son pouvoir.” Hij heeft hem dan ook daarna niet meer ontvangen en heeft geen onderhoud meer met hem gehad.
Om zijn zin door te drijven en gedaan te krijgen wat hij wilde, en tevens om in Europa bekend te doen worden, aan welke meskyne behandelingen hij van den kant der Engelsche regeering bloot stond, waarvan misschien een verandering van zijn toestand het gevolg zou kunnen zijn, besloot hij tot een andere maatregel over te gaan en een gedeelte van zijn zilver te verkoopen. Op zijn bevel vijlde men de adelaars en de andere teekenen, waaraan men de herkomst van het zilver zou kunnen weten van de schalen en de schotels af, sloeg de borden in stukken en in elkaar en verkocht er den eersten keer 942 ons van aan Balcombe, genoeg om er de loopende schulden van te betalen. Een tweede keer verkocht men, 1.227 ons, een derde keer 2.048 ons, die bij elkaar 26.419 fres. opbrachten, ternauwernood genoeg om er een drie maanden mee rond te komen. Al het zilver bij elkaar, zou niet meer dan een 100.000 frs opbrengen. Was dat geld verbruikt, dan bleef nog altijd het geld van Las Cases en van Bertrand beschikbaar. Tot zoover echter behoefde men niet te gaan.
De weerklank van het stukslaan der zilveren stukken, was op St. Helena zelf en in Engeland zóó groot, dat de openbare
Napoleons laatste levensjaren 15