223
NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN
geval meer dan 200,000 frcs. voor het onderhoud van Longwood en zijn bewoners zou betalen. Napoleon antwoordde hierop, steeds dat hij voor zijn rekening zou nemen, wat het huishouden meer kostte, op voorwaarde, dat hij zijn brieven gesloten en door den gouverneur niet-gelezen, kon wegzenden. Tot vijf keer toe, viel Hudson Lowe den Keizer met deze zaak lastig. Eindelijk verloor Napoleon zijn geduld en barstte hij — toen Hudson Lowe nogmaals op Longwood kwam, om zich over Bertrand eri de Montholon te beklagen en op bezuinigingen aan te dringen — los.
Al bij een vroeger gesprek had Napoleon, — geprikkeld door de houding en de manieren van Hudson Lowe, die nu eenmaal irriteerend op hem werkten — hem gezegd, wat en hoe hij over hem dacht en hem beleedigingen toegevoegd, die deze eenvoudig langs zijn kant had laten gaan en verdragen had, alsof zij niet waren uitgesproken. Op een dag, toen Hudson Lowe — altijd naar aanleiding van die bezuinigingen, die hij wilde doordrijven en waarop de Keizer aanmerkingen maakte — uitriep: Mais, Monsieur, vous ne me connaissez pas” en Napaleon hem daarop had geantwoord: „Eh! pardieu! oü vous aurais-je connu? Je ne vous ai vu sur aucun champ de bataille! Vous n’étiez bon qu’a payer des assassins,” had hij, toen Napoleon had uitgesproken, hem dood-bedaard gevraagd of hij nu de eer mocht hebben hem zijn secretaris voor te stellen en had verder gedaan alsof er niets gebeurd was! Nu, dit keer — het was op den 18den Augustus T6 en zou het laatste onderhoud zijn, dat de Keizer met hem zou hebben; Napoleon wilde hem daarna niet meer ontmoeten — was het erger. De Keizer wandelde met Mad. de Montholon en met Las Cases in het „schitterend park,” toen Hudson Lowe, vergezeld van admiraal Malcolm, hem verzocht te spreken. De Keizer ontving hem in den tuin. Hudson Lowe begon weer over het noodzakelijke, bezuinigingen in te voeren en dreigde zelfs, dat hij in het geheel geen levensmiddelen meer naar Longwood zou zenden. Napoleon liep tusschen hem en den admiraal en toen Hudson Lowe had uitgesproken, bleef hij stil staan en zich tot admiraal Malcolm wendend — die hem beproefde te overtuigen van de goede bedoelingen, waarmee de gouverneur bezield was — bulderde hij op eens los, terwijl hij Hudson Lowe negeerde, met zijn duim telkens over zijn schouder naar hem wees en voortdurend in den derden persoon over hem sprak: „Les fautes de M. Lowe viennent de ses habitudes dans la vie. II n’a jamais commandé que des déserteurs étrangers,