NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN 205
nauwkeurigheid, waarmee zijn Journal is bijgehouden, in acht genomen, zou verzuimd hebben te vermelden. Trouwens, uit de depêches van Balmain blijkt evenmin iets van een mede-deeling.
Het meest waarschijnlijke is dan ook, dat Napoleon — die al van plan was om Gourgaud naar Europa te zenden en hem naar den czaar af te vaardigen — hem een geloofsbrief wilde meegeven, waarin hij zich tevens verantwoordde op die punten, die een verwijdering tusschen hen hadden teweeg gebracht. Hij was te weten gekomen, dat in de instructie van Balmain de voor hem gunstige woorden door den czaar waren ingevoegd en onderstreept; hij herinnerde zich den grooten invloed, dien hij indertijd op den czaar had uitgeoefend en was niet onbekend met de weinige sympathie, die Alexander voor de Bourbons voelde. Hij deed het dus voorkomen, alsof hij wèl een mede-deeling had ontvangen en alsof zijn document een antwoord daarop was. Mocht Alexander zich later over zulk een mede-deeling verwonderen en ontkennen, dat hij zulk een opdracht had gegeven, dan zou men alles op een misverstand kunnen schuiven of de schuld geven aan een verkeerd begrepen of uitgelegd gesprek. Het kan ook zijn, dat Balmain inderdaad — doch uit zuivere nieuwsgierigheid, zoo maar, zonder eenige verdere of diepere bedoeling — onder het spreken, die vragen aan de omgeving van Napoleon heeft gedaan. Welke bedoeling of wat er dan ook bij Napoleon achter heeft gezeten, een zekerheid is het, dat hij geen gelegenheid wilde laten voorbijgaan, geen kans wilde verwaarloozen, zelfs de kleinste niet. Het ging toch om de belangen van zijn zoon, die hem altijd voor oogen stonden. Balmain echter heeft steeds geweigerd een dergelijk stuk aan te nemen, om het den czaar te overhandigen. De verwachting, die Napoleon van een, zij het dan ook officieuze ontmoeting met den Russischen commissaris koesterde, werd geheel te niet gedaan.
En evenmin werkte de komst van den Oostenrijkschen commissaris iets ten voordeele van Napoleon uit. Deze was pas acht en twintig jaar, toen hij op St.-Helena kwam en had een jonge en beminnelijke franpaise getrouwd, die intertijd te Parijs, toen zij nog niet tot barones was verheven, maar tot een tamelijk burgerfamilie behoorde, door Las Cases en zijn vrouw was geholpen, wat zij nu vergoedde door hem te negeeren en hem op een afstand te houden, tot groote en rechtmatige verontwaar-