196 NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN dan 19,000 £ kon en niet hooger dan 20.000 £ behoefde te gaan. Voor het onderhoud der gebouwen, transport-kosten van James Town naar Longwood, voor stal-uitgaven enz, berekende hij een vaste, jaarlijksche uitgave van 5,500 £. Er bleven dus 13,500 £ gemiddeld, waarvoor 39 personen (volgens schatting en na de wisseling van personeel; inderdaad bestond het aantal uit meer; een en vijftig tot zelfs vijf en vijftig) moesten worden onderhouden, wat per dag en per hoofd 14 shillings was, een som, die in Engeland gelijk stond met 3 Sh. 6 d, waarvan dan tevens de verlichting en de verwarming moesten worden bekostigd. Hield men echter vast aan de berekening van 8,000 £ waarvan de vaste uitgave van 5,500 £ moest worden afgetrokken dan bleven er 2,500 £ over voor het Huis, of 10 pence per dag en per hoofd. „C’est ce qui est alloué a un soldat,” zeide Napoleon ! Toch beproefden de Engelsche ministers nog om deze reeds al te karige toelage te verminderen, wat later tot allerlei moeilijkheden in den omgang tusschen Napoleon en den gouverneur aanleiding zou geven, een omgang, die toch reeds, ten gevolge van de maatregelen die tegen de ontsnapping van Napoleon werden genomen, en door het hechten van den Keizer aan zijn titel en daardoor aan zijn hofhouding niet gemakkelijk was en die al zeer spoedig op een formeele breuk tusschen beiden uitliep.
De kwestie van den titel en het feit, dat Napoleon zich steeds als Keizer bleef beschouwen en als zoodanig behandeld wilde worden, had echter nog een ander gevolg. De maatregel namelijk, die de Sainte-Alliance had genomen, om regeerings-afge-vaardigden naar St. Helena te zenden, werd er door te niet gedaan. In de instructie van den commissaris van Rusland werd vermeld, dat de overeenkomst ten doel had „aan deze kwestie een Europeesch karakter te geven, vast te stellen, dat Bonaparte de gevangene van Europa is en de openbare meening, die in alle landen zoozeer bewogen is, te doen bedaren.” In werkelijkheid had de overeenkomst de bedoeling een terug-roepen van Napoleon onmogelijk te maken, wanneer het geval er toe mocht leiden, dat in Groot Brittanje een verandering van re-geering mocht plaats vinden.
Oostenrijk zond baron Stürmer, Rusland den comte Balmain en Frankrijk den marquis de Montchenu, die alle drie met den admiraal Malcolm, op den 17den Juni 1816 te St. Helena aankwamen. Pruisen zond, waarschijnlijk uit zuinigheid, geen