Napoleons laatste levensjaren

Titel
Napoleons laatste levensjaren

Jaar
1916

Pagina's
374



188

NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN

Nogmaals, men vraagt zich met verwondering af, waarop Engeland dan toch wel steunde, om een dergelijke onwaardige en waardelooze plagerij te willen doorvoeren. Het eenige antwoord is, dat van lord Rosebery wanneer hij de verdediging van Walter Scott, „dat er geen enkele reden bestond, waarom Groot Brittanje uit medelijden of uit hoffelijkheid haar gevangene een titel zou geven, dien zij hem rechtens had geweigerd, ofschoon hij feitelijk de meester van het keizerrijk was,” omzet in de woorden: „dat er geen reden voor Engeland bestond om

—    nu er geen voordeel meer te behalen was — hem langer een titel te geven, dien het — zoolang dit wèl het geval was geweest

—    in ruil daarvoor, erkend had.”

Met de kwestie van den titel hing de etikette, die Napoleon geregeld en ingesteld had, ten nauwste samen! Waar hij zich de Keizer bleef voelen, wilde hij ook als zoodanig worden behandeld! Longwood moge een bouwvallig nest zijn, waar het water langs de muren druipt, waar de ratten bij troepen onder en over de verrotte vloeren draven, met meubelen als de minste burgerman zou weigeren ze in zijn woning te hebben, het was en bleef het Keizerlijk Paleis, waar de strengste etikette heerschte. En daarvoor had Napoleon eveneens zijn reden. Oogenschijnlijk had hij, met zijn verbannings-genoten, in een bijna burgerlijken eenvoud, als in den omgang met een huisgezin kunnen leven. Hij had echter altijd veel waarde gehecht aan alles wat etikette was. Tot in het oneindige kon hij met Las Cases over deze kwestie redeneeren. Gedurende de Cent-Jours, merkte hij op, dat de democratische zeden zooveel veld begonnen te winnen, omdat een van zijn ministers op eigen gezag was opgestaan om zich te verwijderen, zonder af te wachten, dat hij hem er verlof toe zou hebben gegeven. Later, het was zelfs al te Rochefort, maakte hij aanmerking op de minste fout tegen de etikette bedreven. Toen Gourgaud verhaalde, dat een vorstelijk persoon in China bijna als een god werd aangebeden, gaf hij hem kalm ten antwoord, dat dit ook zoo behoorde. Hij was namelijk altijd bang, dat men — wijl hij uit een minderen stand omhoog was gekomen — maar al te spoedig op een veel te gemeenzamen voet met hem zou trachten te verkeeren.

Op Longwood hechtte hij er veel strenger aan en hield hij er des te meer aan vast, omdat hier het gevaar dreigde, dat de dagelijksche omgang, de gewoonte om steeds naast en met hem te zijn — waardoor men in de gelegenheid was zijn gewoon-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.