144 NAPOLEONS'LAATSTE LEVENSJAREN
St. Helena te gaan, is onbekend. Hij beweert, dat de graaf van Devonshire hem aan boord van de Bellerophon heeft opgemerkt, dadelijk belangstelling voor hem voelde, hem een ring ten geschenke gaf en hem verzekerde, dat — wanneer hij hem later eens mocht noodig hebben — hij zich maar tot hem had te wenden, om er zeker van te zijn, dat hij hem zou helpen.
Het merkwaardige hierbij was, dat niemand uit de omgeving van den Keizer de aanwezigheid van den graaf van Devonshire had opgemerkt of er melding van maakt en dat diens tegenwoordigheid op de Bellerophon onverklaard en onverklaarbaar is. Zeker is, dat Piontkowski een buitengewone bescherming van de Engelsche regeering moet hebben genoten, waar hij gratis overtocht naar St. Helena heeft gekregen en dat hij — de Corsikanen in het gevolg van Napoleon werden als Fran-schen gerekend — de eenige niet-Franschman was, die verlof had om bij den Keizer te blijven!
Aan boord van de Saint-Georges, die hem naar St. Helena zou brengen, trouwde hij met een Mlle. Mélanie Despout of d’Espout, een exleerlinge van het Conservatoire te Parijs, die hem naar Engeland was nagereisd, een jong meisje met een zeer schoon uiterlijk, doch even geheimzinnig van levenswandel als Piontkowski zelf. Hij nam haar niet mee naar St. Helena, maar liet haar — ook zij noemde zich „comtesse” — onder bescherming achter van een Engelschman, M. Capel-Lofft, die beloofde, haar naar Frankrijk te zullen begeleiden. Na vergeefsche pogingen bij de Engelsche regeering te hebben aangewend om gedaan te krijgen, dat zij haar echtgenoot naar St. Helena mocht nareizen, besloot zij in Maart ’16 naar Frankrijk te gaan, waar men te Calais tot de ontdekking kwam, dat zij daar vroeger al eens met denzelfden Engelschman, die eigenlijk een Count Essex was, verblijf had gehouden. Beide werden naar Engeland teruggezonden!
Te St. Helena aangekomen, werd Piontkowski door admiraal Cockburn aan den Keizer voorgesteld. Hij had voor deze gelegenheid een uniform van ordonnance-officier aangetrokken. Een schitterende indruk maakte hij daarin niet. Doch de Keizer, gedachtig aan wat Bertrand hem had meegedeeld, ontving hem toch maar. De indruk, die Piontkowski’s verschijnen op het gevolg maakte, was evenmin gunstig. Las Cases schrijft daarover: „Ce jour, notre petite colonie s’est accrue d’un polonais, le capitaine Piontkowski. II était du nombre de ceux que nous