NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN 143
vraagd op St. Helena was gekomen en die door de Engelsche regeering met name genoemd werd, Archambault den jongeren, Rousseau, die nu niet zoo strikt noodig waren en Santini, die te gevaarlijk werd en dien men in Europa beter kon gebruiken, aan. Piontkowski was den 29sten December ’15 op St. Helena gekomen om de gevangenschap van den Keizer te deelen. Niemand wist wie hij was. Alleen Bertrand wist iets van hem, namelijk, dat hij officier van de lanciers der garde was geweest dat hij mee op Elba gekomen was en dat hij bij verschillende gelegenheden bewijzen van toewijding voor de Keizer had gegeven. Op een vraag van den Keizer, wat hij eigenlijk ongevraagd op St. Helena kwam doen en zijn weigering om hem te ontvangen, opperde men het vermoeden, dat hij misschien de drager van belangrijk nieuws was. Daarop ontving de Keizer hem.
Hij beweerde te heeten: Charles-Fréderik-Jules Piontkowski of Pionkowski. Dat is het eenige feit, waarvan men de waarheid heeft kunnen controleeren en ook, dat hij op Elba is geweest, waar hij als gewoon soldaat — ofschoon hij, volgens zijn zeggen, officier was en in die rang bijna alle oorlogen van Napoleon beweert te hebben meegemaakt — in het bataillon der grenadiers der garde heeft gediend. Als het overige dat hij verteld of wat men van vóór dien tijd van hem weet, is van zeer twijfelachtige waarheid en zelfs waarschijnlijkheid. Van Elba zou hij met den Keizer naar Parijs zijn teruggekomen en maakte waarschijnlijk de veldtocht in België mee. Wat hij daarvan en van den tijd daarna vertelt, is niet te controleeren en kan men, bijna met zekerheid, voor leugen uitmaken, even als wat hij vertelt van zijn tocht, ter begeleiding van Mad. Bertrant en haar kinderen van Malmaison naar Rochefort. Waarheid is weer, dat hij — waar de Keizer zich op de Saaie inscheept — op de Medusa aan boord gaat, waar hij plotseling de rang van kapitein heeft. Overgegaan van de Medusa op de Myrmidon, wordt hem door de Engelschen wel verlof gegeven om van Napoleon afscheid te nemen, maar wordt hem verboden om naar St. Helena mee te gaan. Dit wordt door den secretaris van admiraal Cockburn bevestigd, die tevens meedeelt, dat zijn toewijding zoover ging, dat hij in alle ernst verzocht dan maar als bediende den Keizer te mogen vergezellen. Waardoor, hoe en waarom hij het gedaan heeft gekregen, dat hij korten tijd later toch door de Engelsche regeering werd aangewezen om naar