Napoleons laatste levensjaren

Titel
Napoleons laatste levensjaren

Jaar
1916

Pagina's
374



126    NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN anderden, wanneer een glimlach langs zijn lippen helderde, een glimlach, die iedereen dwong zich voor hem op te offeren en voor hem te willen sterven.

„Voor het huis steeg hij af en sir George Cockburn stelde hem aan ons voor. De Keizer, naast de lengte van den admiraal gezien, bleek eerder klein dan groot te zijn. Daardoor ook verloor zijn voorkomen veel van het indrukwekkende, dat mij kort te voren had getroffen; zijn gelaat echter, mat-wit als van een doods-bleekheid, bleef buitengewoon mooi, niettegenstaande zijn koude, onbewegelijke en zelfs ietwat harde uitdrukking. Maar zoodra hij begon te spreken, deden het betooverende van zijn glimlach en de zachtheid van zijn manieren al mijn vrees verdwijnen.

Hij zette zich op een van onze rieten stoelen, liet zijn scherp ziende oogen rond zich dwalen en maakte tegenover mijn moeder eenige waardeerende opmerkingen over de mooie ligging van de Briars. Terwijl hij sprak, bleef ik naar zijn gezicht staren. Nooit heb ik zulk een merkwaardig uiterlijk gezien! Er bestaan verschillende goede portretten van Napoleon, maar wat geen enkele schilder heeft weten weer te geven, is juist zijn glimlach en de verbazend veel-zeggende uitdrukking van zijn oogen, in één woord, juist dat wat hem zoo sympathiek en bekorend deed zijn.”

Zoo beschrijft Betsy den eersten indruk, dien zij van hem kreeg.

Het duurde geen acht dagen of hij was niet alleen haar goede vriend, maar ook haar speel-kameraad en die van de andere kinderen geworden. Zoodra hij ’s morgens in den tuin kwam, holde zij naar hem toe, stak haar arm onder de zijne en dwong hem met haar rond te wandelen, totdat zij er genoeg van had en zij hem aan zijn werk met Las Cases liet. Grappig is het eerste ge-gesprek, dat zij met hem hield! Toen het besloten was, dat hij niet meer naar James Town zou terug gaan, maar op de Briars zou blijven en men alles voor hem in orde maakte, verzocht hij haar naast hem te komen zitten — zij was de eenige van het huisgezin, die, hoewel zeer gebrekkig, fransch sprak — informeerde naar alles en nog wat; waar zij fransch had geleerd, wat zij uitvoerde, wat zij leerde en vooral, wat zij van aardrijkskunde wist.

„Wat is de hoofdstad van Frankrijk?” vroeg hij.

„Parijs.”

„En van Italië?”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.