NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN 121
boden, om van zijn te strenge instructies af te wijken en zijn best te doen zooveel het in zijn vermogen was, het leven der ballingen te veraangenamen.
Doch wat voornamelijk het verblijf op The Briars voor Napoleon aantrekkelijk maakte, was de omgang met het huisgezin van zijn gastheer en vooral met diens kinderen, waarvan het jongste der twee meisjes zijn speciaal vriendinnetje werd. Napoleon toch was nooit echt jong geweest; hij had nooit, wat men noemt, een echte jeugd doorgemaakt; hij had zelfs, om zoo te zeggen, geen jeugd-leeftijd gehad. Eerst had hij steeds onder een strenge tucht geleefd, op school, daarna als luitenant, in omstandigheden zóó armoedig, dat hij zich niet eens een der uitspanningen kon veroorloven, waaraan zijn kameraden konden meedoen, vervolgens onder een straffe dienst-discipline, toen hij zelf bevelhebber was. Toen waren de jaren van fabelachtige voorspoed gekomen, waarin hij zich niet meer jong kon en mocht voelen. Er was een behoefte en een verlangen in hem gebleven om mee te doen, om eens los en vrij te komen uit de ernst en degelijkheid, waarin hij zich bewoog en die hij voor een groot gedeelte gedwongen was geweest, rondom zich op te hindereri, een behoefte en een verlangen, die aanleiding gaven, dat hij te Malmaison mee krijgertje of blindemannetje speelde met Joséphine, met Stéphanie, met Marie Louise, die niets van zijn jongensachtige neigingen begreep. Hier, op de Briars vond hij plotseling den omgang met twee meisjes, van wie vooral de jongste, Betsy, hem als haar gelijke behandelde, met twee andere kinderen, die hem in hun spelletjes haalden en die hem niet als een ouderen en zeker niet als een hooger geplaatste, maar als hun gelijke beschouwden. De twee meisjes hadden een soort halve opvoeding in Engeland gehad en waren teruggekomen, behalve met de charme van hun leeftijd, met de eigenaardige bekoring van hun natuurlijke doen, zonder aangeleerde welgemanierdheid, zonder ingeprentte veinzerij en huichelarij zich voor te doen anders dan hun karakter en hun jonge voelen het hen ingaven. Jane, de oudste, was bezadigder en bedaarder van natuur, maar Betsy, pas vijftien jaar, was nog een echt kind, waarin — door het soms bijna brutale en op het kantje af, ongemanierde doen — al de vrouw begon op te raadselen. En door hun invloed stond op eens voor de oogen van zijn verwonderde omgeving, een andere Napoleon dan dien zij altijd hadden gezien, een andere Keizer dan dien zij altijd hadden