Napoleons laatste levensjaren

Titel
Napoleons laatste levensjaren

Jaar
1916

Pagina's
374



NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN    99

kwam berichten, dat het eten was opgediend. Wanneer het diner was afgeloopen, begaf hij zich — meestal vergezeld van Las Cases of Bertrand — aan het dek, waar hij een tijd lang bleef praten en ging daarna naar het salon, waar hij een korten tijd aan het kaartspel deel nam; men speelde meestal vingt-et-un, tot hij — zooals eiken avond — een tien of twaalf Napoleons had verloren. Dart trok hij zich in zijn kamer terug en ging slapen in het kleine ijzeren bed, waarin hij bij zijn verschillende veldtochten had gerust, en dat men ook hier voor hem had neergezet.

Het meest ging hij om met Las Cases en met Bertrand. Met den eerste vooral, omdat hij — zooals wij hierboven hebben gezien — al heel spoedig had opgemerkt van hoe onwaardeerbaar nut iemand als Las Cases, iemand van die ontwikkeling, iemand die in zóó verschillende kringen had geleefd, die zooveel takt had om met hem te praten, om antwoorden uit te lokken op vragen, onderwerpen betreffend, die hij wist, dat hem belang inboezemden, voor hem was en moest zijn. Meestal was het dan ook Las Cases, die hij in den loop van den ochtend bij zich liet roepen en door wien hij zich uit de Encyclopaedie of uit andere boeken, die hij kon krijgen, alles over St. Helena liet voorlezen wat er over te vinden was. Als van zelf kwam dan het gesprek op den atlas van Le Sage en naar aanleiding van de menigte wetenswaardige zaken, die daarin waren vermeld, ontsponnen zich verdere gesprekken, die den Keizer telkens beter lieten inzien welke mate van ontwikkeling Las Cases bezat. Napoleon was er van op de hoogte, dat Las Cases een dag-boek bijhield. Al had hij er tot nog toe slechts even een paar bladzijden van ingezien, hij wist, dat in dit dag-boek niet geregeld en aaneengeschakeld, doch al naar het voorkwam, zijn gesprekken werden weergegeven, die hij met hem of met anderen hield. Al lang koesterde hij het plan zelf, zijn mémoires te schrijven. Had hij niet, te Fontainebleau, bij het afscheid nemen van zijn oude Garde, toen hij het vaandel omhelsde, beloofd: „je veux écrire les grandes choses que nous avons faites ensemble?” En had hij niet, nog aan boord van de Bel-lerophon — toen Las Cases hem (nadat hij de zekerheid had gekregen, dat hij naar St. Helena zou worden overgebracht) op zijn vraag: „que pourrons nous faire dans ce lieu perdu?” geantwoord had: „Sire, nous vivrons du passé; il a de quoi nous satisfaire. Ne jouissons-nous pas de la vie de César, de celle d’Alexandre ? Nous posséderons mieux, vous vous relirez, Sire.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.