STILLE UREN. 3
korte, lichte trekken, geregeld dieper hijgend het egale op-en-nêer welven van haar borst.
En terugzittend in zijn stoel bleef hij staren voor zich uit, volgend in zijn denken wat de sombere schaduw in de kamer optreurde door zijn dwalende gedachten.
Vier jaar pas was hij getrouwd. Vier jaren van zacht-weemoedig geluk, een voortdurend-vredende rijing der dagen waarin altijd de angstige dreiging stond dat zij van hem zou weggaan, langzaam heenslijtend door haar kwaal.
Hij had haar ziekte geweten al in hun verloving. Zij was toen ziek geworden, plotseling ernstig nêerliggend in haar têere meisjes-kamer, lang levend buiten den omgang van de huisgenooten, een duistere, pijnende ziekte waaruit ze langzaam was hersteld, uren matzittend in haar stoel, met zacht-bleeke handen, haar smal-kleurloos gelaat moê-leunend tegen de kussens om haar heen. Zij was sterker geworden, eiken dag voorzichtig loopend de weinige passen die ze kon rechtop staan, geleidelijk wêer-levend in het gaan rondom.
Hij had den doctor gevraagd naar haar beter-worden en hij had gehoord dat zij een hartkwaal