door de bosschen, ver gescheiden buiten de wereld, gaande onder de suisend-dempende middagstilte, dankbaar luisterend naar zijn spreken dat haar denken dwong uit den eentoonig-slependen sleur van dag aan dag, waarin zij langzaam was heengewoond. En het was haar of haar lichaam nieuw-groeide in een kracht-vollende levensvreugd, opgewekt hooglustigend haar voelen, een helder-kleurende lichtheid ziende die plotseling leek te zijn geblankt over haar bestaan. Maar inkalmend tot een diep-innige zachtheid stonden de avonden telkens voor haar omhoog, lange, week-vloeiende uren van eindeloos geluk, een schemer-blauwende lichting van sprook-fluisterenden droom-schijn. Dan zaten zij op de bank voor het huis, onder de opzuiverende koelte van den nacht, waarin de geluiden rondom neerzwegen, langzaam heenlossend in wijde schemering.
Wanneer dan de oude vrouw naar binnen was gegaan, bleef zij met hem alleen, onwillekeurig pratend met zacht-dempend geluid, uitvertrouwend alles wat er in haar was, in een wijd-gelukkig voelen van alles rondom. Wijd-welvend in strakkende blauwheid boog de hemel beweegloos boven de trilling der goud-wemelende sterren, eindeloos zwijgend van geheim-starende stilte, een week-schaduwende helderheid wevend naar de aarde waar de lichtende duisterheid roerloos peinsde in de omsuizende fluistering van vaag geluid. Ver over de wijking der velden stond een metaal-vaste maanglans, ontastbaar kleurend een dun-ijlende vloeiing van tooverend licht, diep-fulpend den donkerenden opstand der boomgroepen, vast-
38