plaats achtergelaten. Jan was pas naar Amsterdam geweest om de Kropvelds op te zoeken. Heintje had gehuild: "Nou, Jan, ik wou dat ik in je zak met je mee kon. Want iedere avond hoor ik de vrouwen en de kinderen huilen. Ze worden in die overvalwagens gestopt. Wij zijn zo aan de beurt, hoor Jan!" Jan was met dit bericht thuis gekomen. Leen had gehuild: "kunnen we dan niets voor ze doen?" Jan was met hulpprediker K.S.G. Zijlstra gaan praten. Hij was tussen 1938 en 1943 in dienst van de Gereformeerde Kerk van Urk en werkte ook onder de Zuiderzeewerkers. Opvallend genoeg woonde Zijlstra in die tijd in Wijk 8, in het zelfde rijtje waar de Kropvelds ook woonden. Zijlstra had toegezegd te zullen kijken wat hij kon doen. Door de kerkeraad wordt nu contact opgenomen met de deputaten voor de correspondentie met de Hoge Overheid in Den Haag. Dit deputaatschap behandelt de zogeheten 'Angehörigkeitserklarungen'. Op 14 november 1942 komen de namen van Japien, Heintje en Lea voor op een aanvullende lijst: ..."Namen en adressen van tot de GereformeerdeKerken in Nederland behoorende Joodsche Christenen, die in het bezit zijn van eene, in overeenstemming met de door het Rijkscommissariaat vastgestelde
, M riand behoo-^ , .r! overeerv-ic: : : ׳:׳■׳i. 20 nr
Kaam en Voornaam Adres geb.datum Aanteek_e-
nirnen
Urk K׳r opveld, thans:
Israël "J־:.. _ .־׳.׳;.::.c׳ r״!,
K.Keizerstraat lih. 5-l-'9? (3! Kropveld-de Ia ?enha,
Hondrika- j ü I0-l-'<15 (3)
Kropveld, lea- ld 21-3-'2i (3)
' E-Graver.hage, 14 November 1942.
namens de Gereformeerde Kerken in Nederland. Deputaten voor de Correspondentie rtet de Hooge Overheid, De Voorzitter,
2e aanvullende lijst.
11