Een ver-Urkte Israëliet

Titel
Een ver-Urkte Israëliet

Jaar
1995

Druk
1995

Overig
1ed 1995

Pagina's
82



is bekend. Japien is 'niemand tot last' en op maandag 18 mei vertrekken ze met de Urkerboot. Het enige dat ze meenemen is het bed en wat handbagage. Politieagent Kok komt met een ambtenaar van het gemeentehuis om de kamer te verzegelen. Een blauw, rond zegel wordt op de deur bevestigd. Kok waarschuwt Leen nog: "Leen, niet in de kamer, het zegel zit erop, en als je er aan komt, dan ben je weg! Het duurt misschien veertien dagen, maar jullie mogen er niet in!" Voordat Heintje klaar is met pakken loopt ze nog een keer naar Leen. "Leen, voordat wij weggaan, wil jij deze ketting van mij hebben?" Terwijl ze dit zegt neemt ze haar ketting van haar hals en houdt ze hem Leen voor. Maar Leen wilde het niet, ze droeg Urker klederdracht, dus: dat stond niet! Bovendien wilde ze niets aannemen van Heintje. "Geef mij die maar", klinkt het dan uit de mond van een van de buren. Heintje schenkt haar ketting weg.

Er zijn niet veel mensen op straat als de Kropvelds naar de Urker boot worden gebracht. In de straat wordt achter een van de ramen van de huizen een enkel gordijntje opzij geschoven. Iemand die geen afscheid durfde nemen? Enkele vrienden begeleiden hen naar de boot en zwaaien tot de boot uit het zicht is. Jo Gerssen zorgt later dat het dressoir en de lamp door Luut Kamper - van de boot - naar Amsterdam worden gebracht.

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.