Sita

Titel
Sita

Jaar
1912

Pagina's
43



33 -

De brede voet met vachten mos bedekt.

Verhief zich een waringin aan het water,

Waarvan luchtwortels, roodbruin, d’aarde grepen Of leegte hielden in verdraaide vezels En dichte netten. Op de open plekken,

Waar het geboomte voor den grasvloed week, Zwol in zijn gele vrucht de kokosnoot In palmenkronen of zonk uit de welving Van de bananen met hun reuzenbladeren De kolf met pisang-vruchten zwaar beladen.

Daar wolkten schermen loof saam naar het water En vederden areka’s waaiers breidend,

Die d’aarde Soerya') op zijn tocht toewuifde En daarmee bloemen-waduw tot hem dreef Als dienaars naar het aanschijn van een rajah Met wedels wierook, stijgend naast zijn troon. Hoog om de tronken kronkelden ranonkels En hingen er hun kelkenhoofden, dronken Van licht en geuren, vreugdemoe omlaag.

De wilde bloemen vuurden wolken pollen Naar dorre stenen, hier en daar verspreid,

Waar ’t vocht en ’t zaad ze spleet, zodat ze murw Wegzonken in het groen, waaronder Aarde, Doorwriemeld van insecten, vet en heet,

Als één klomp van mieljoenen eieren broedde. Daar togen donk’re vlinders ’t water over,

Of zij er lijnen volgden van muziek,

En spanden op hun zwarte wieken wijd In langen ruiten gloed van edelstenen,

Of zij met d’ogen starend uit hun vlerkjes Die golven van geluiden onderkenden.

Soerya: de Zon.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.