Japanse Verzen

Titel
Japanse Verzen

Jaar
1903

Pagina's
108



XVIII.

IV. Hoeyoe. >)

Het pijnhout stompt bevacht na t eindloos

[vlokken-stoejen

’t Getak uit, stil, in ’s Winters witte Oceaan, Waarin hoogrood alleen gelijk het Zonbal-gloeien

Voor lage lucht — weekgrijs — brugjes en

[torii’s staan.

Zelfs uit plantages, waar de tee-struik dan gaat

[bloejen

Ziet men slechts fleur van sneew, van witte

[vlammen slaan;

Een blank-papier gehucht, welks daken wit bewoejen, Blokt er als in krijtbleke bergkom op de Maan.

'iO

Maar fabuleuzer nog dan, als de bloemen pronken, Bij ’t zinken van de Zon, wanneer als zilver zand

Sneeuwkorrels tintelen, haar rosé hun wit doet

[kwijnen,

Gaat tot nirwana 2) ook di gloed verkristallijnen; Nippón glinst, schittert in mieljoenen wintervonken, Start, sterrelt tot één Rijk van rozig diamant.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.