Japanse Verzen

Titel
Japanse Verzen

Jaar
1903

Pagina's
108



XVI.

II. Natsoe. ‘)

Rondom de zon-trofee, ’t azuur af, hangen Lichtblauwe foedzji’s wijder steeds ten hogen,

Of ze als een vloed geluk ter aarde langen.

Van hitte als van krekel-gons bewogen

Zoemt d’atmosfeer en moe van. ’t zwoele prangen

Zucht zij uit donker-rode’ azalea-bogen

Met hete monden. Door den gloed bevangen

Zijn de schildpadden — roerloos nu — getogen

In ’t lommer. —

Licht met biwa-tonk’ling glijden Vioolslank door goudvloed en lotusweiden De gondels achter gaap van drakenmuilen,

Di geisha’s sluimerend in hun tent omtuilen.

En tot in ’t donkerst diep der huizen lomen Van Boeddha’s d’ogen tot dof, Indies dromen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.