XII.
Expanzi-Kunst.Weg uit de metropolen, in wier straten Vergeefs reklame kleur laajt om profijt,
Naar land, waar achter d’aanmars van soldaten De vracht-trein zelf steeds verder rails aanrijd, Waar d’Ariërs en Mongolen nakroost laten,
Dat weldra ginds tot hoger ras gedijt En d’oerkracht van nog maagd’lik-jonge Staten Ook frisse stromen van gezondheid breid Door ’t duf, klein West-Europa. Moe van ’t teren, Op zijn kuituur, zag ’k mijn verlangens rekken, Ook mij in droom-jonk als een reiger-span Voortspichtend naar het Uiterst Oosten trekken, Want ’k zocht als dichter niwe schoonheids-sferen: Tot heil der toekomst-kunst vloog ’k naar Japan.