Japanse Verzen

Titel
Japanse Verzen

Jaar
1903

Pagina's
108



XXVI.

Uit de Midden-Ewen.

Nog staat als ster, di — langsaam neergedaald — Voor voetstuk zich tot lotusbloem vergrote *)

In tempels, waar zijn stengel neerspiraalt En heft — de blote borst van ’t kleed omvloten — De Roetsoe, *) wiens gelaat Nirwana 8) straalt.

’t Schijnt, zo zijn oogen zalig staan gesloten — Of ’t wimperpaar van Licht toch word doorschoten, Hij als in droom zijn goddelik Woord herhaalt Met breed gebaar. Nog steeds bij ’t gongen-gonzen Stroomt ’t volk door torii’s *) in de tempels, knielt Het hoofd ter aard’ door handgebrei geschoord Of smeekt de handen stijf op met de bonzen 5) En mompelt beden als door srik bezield Of ’t donderen van het Rad der Karma ®) hoort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.