Japanse Verzen

Titel
Japanse Verzen

Jaar
1903

Pagina's
108



XVIII.

De Grote Vloed.

Wee! — Schemering, zwpelte zonk. — De lucht

[werd gal

Van wolkgedreig — Voor plotse stormjacht boog Der palmen hals als beulsprooj voor den val Van ’t zwaard, aan hozen op spiralend toog Bezweept van bliksems, steigerend tot den hal Des hemels de Sahara-Zee en vloog Zijn kom uit, water stapelend, wal op wal,

’t Ontzet Atlantis overwelvend, hoog En honderd-muilig. — Wee! De Zee verslond Op heuvels ’t laatste mensen-kluwen, ’t zwond In wiling, elke angstkreet werd gesmoord Door donders, ’t Was der góden val. Wee 1 — Voort Joeg bliksem en sikloon en golfgedrang. — Plasregen raasde veertig etmaal lang.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.