5
stellig word in plaats van willekeurig, blijft ook de betrek* king van de Mensheid tot de Godheid niet langer af ham kelik van willekeur, van genade, maar word die gegrond door Macht op Recht en vervalt dus de Gratie Gods en van góden.
Wanneer echter de Gratie Gods vervalt, blijft er van de pauselike, koninklike en plutokratiese genade d.i. willekeur, helemaal niets meer over, daar deze hun oorsprong vinden in de afhankelikheid der mensen èn van die goddelike macht èn van de natuur» en maatschappij»krachten, welke men evenzeer gewoon is Gratie Gods te noemen. Hoe meer de Mens inziet, dat hij zelf een masjine is en ook in laatste instantie de góden niets anders zijn kunnen, hoe meer hij beseft, dat deugd en ondeugd produkten zijn als petroleum en kaoetsjoek, hoe meer hij beseft, dat alle zonden en misdaden vergeven moeten worden niet uit edelmoedigheid, uit genade maar als een plicht, omdat deze de gevolgen zijn van lichamelike en hersenziekten, hoe meer hij gedwongen word te besluiten, dat dan een goddelike macht er nog véél meer toe verplicht is dan hij zelf en dus in letterlike zin een Lam Gods als Zoenoffer voor zijn zonden, voor een schuld, die noojt bestond, ge* heel overbodig was, is en zal zijn. Een offer in dien zin als de Kruisdood van Jezus vervalt in den niewen gods* dienst dan ook absoluut, nu men reeds lang in de zoge* naamde toorn Gods, woedend tot in het derde en vierde geslacht, niets anders ziet dan het verschijnsel der erfelik* heid, geen straf maar een mechanies gevolg. Door hierop te wijzen in Les RougomMacquart en de romans over Les Froment heeft Zola direkt bijgedragen — en Darwin en Lombroso niet minder — tot de afschaffing van de Gratie Gods; ook doet dit het niewe Naturalisme, dat tans opkomt