Wereldbouw

4

zeer bekende sage, waarin voorspeld werd, dat Frederik Barbarossa, eens als GraabKoning zal herrijzen om het Duitse Volk te verlossen van Rome’s heerschappij. O.a. spreekt Heine van hem als bevrijder in zijn „Deutschland.” In plaats de wederkomst van dien vorst te behandelen, word in deze Cyclus verhaald, hoe zo’n bevrijding der Mensheid eens geschieden zal door den Messias*Imperator, welke de Hebrejen nog steeds verwachten. Daartoe word hij hier voorgesteld als de laatste Koning van den Mont* salvat en tevens als de eerste Keizer van het GraahRijk, dat uit dien tempehburcht zich zal verbreiden over de ganse Aarde. Dit zal plaats hebben, wanneer die Kélk door hem zal worden ontdaan van het Bloed van Christus of m.a.w. wanneer na de verwerping van de pauselike Genade door de Hervorming, van de koninklike Genade door de Franse Revolutie, van de economiese Genade door den tegenwoor* digen strijd tegen de Plutocratie, de Mensheid ook zal bevrijd worden van de kerkelike, politieke en ekonomiese Gratie Gods.

Stelling. Zodra de Mensheid politiek en ekonomies vrij begint te worden, meester over de Natuur* en Maatschappij* krachten in die mate, dat de armoede verdwijnt,

zodra men door de ontwikkeling van de experimentele metode der Natuurwetenschap, gevolg van en gepaard gaande met de kapitalistiese produksiewijze, komt tot een Jysies Godsbegrip in plaats tot een teologies, een metafysies of tot agnosticisme en tot ateïsme, dus tot de kennis van en niet meer het geloof aan een — door telescopen nog niet* aanschouwde — goddelike macht in de Natuur, n.l.: stojfelike hogere wezens op andere sterren, die telepaties invloed op ons uitoefenen,

zodra aldus de voorstelling en het begrip van die macht