Wereldbouw

3

anders zal zijn, dan wij ons volgens de gegevens, die wij bezitten, voorstellen. Maar het kan ook zijn, dat door meerdere kennis van het Verleden onze voorstellingen van de Toekomst als latere, betere werkelikheid nog meer worden versterkt. Wie zich dan ook verbeeld, dat door een Revisie van het Marxisme het hele Communisme ondersteboven word gegoojd, vergist zich deerlik. Ver« schillende dwalingen van Marx zullen weerlegd worden, maar anderzijds zijn teorieën veel verder doorgevoerd dan hij oojt heeft gedroomd. In zover als echter ook mijn afleiding juist is, blijven, wat ik hieronder als stellingen qualificeer, stellingen en geen onderstellingen. Zo blijft het ook van Marx een stelling, dat uit de groot«kapitaIis* tiese produksiewijze zich een niewe zal ontwikkelen, die wat de ruilmetode aangaat, herinneren zal aan de Kommune op de Oerkommune zonder ruil volgend n.1. die met direkten ruil, wat de bezits«vorm betreft aan de Gemeenten en Staten van de Middenewen en de Oudheid met ge« meenschappelik grondbezit en wat de organisatie belangt aan de feodale Gilden. Van de Oerkommune, (jachtgebied) heeft men heden nog maar een zeer vaag, hypothetisch begrip. Zie hierover de zeer belangrijke artikelen van Cunow in de Neue Zeit 18 Aug. ’22 en vlg.

Om mij bij voorbaat te vrijwaren voor het verwijt, dat ik in deze verzen tendenz«kunst heb gegeven in den on« gunstigen zin van het woord, is het voldoende te vermelden, dat ik bij den aanvang van het eerste sonnet absoluut geen ander plan had dan op de manier der eind«eewse, Franse dichters quasi van het Rosé -f- Croix, een soort „wagnérie” te maken gelijk Joséphin Peladan een drama schiep „Le Mystère du Graal” in wagnerjaansen stijl. Maar ik was nog niet aan den veertienden regel of ik herinnerde mij de