Wereldbouw

Titel
Wereldbouw

Jaar
1933

Pagina's
185



54

VI

DE RIJZENDE ZON

En opgeschrikt uit ewemouden waan Door ’t vuur, dat altijd nader, wisser vlaagt, Zien de Chinezen ladders heffen, slaan Met haken in de muren, ieder draagt Gebukte krijgers, die zich wild ruim baan Met kolven, sabels zwajen, waar men ’t waagt Hen nog met houwen, steken te weerstaan,

Tot over ’t fort hun Zon steeds hoger daagt. En wie hen smekend geen erbarmen vind, Word neergebeukt of met een knal geveld En ’t lood haalt in wie nog te vluchten tracht, Tot over de gevall’nen ’t Monster wind,

Alsof het die nog in zijn klauwen knelt Tot prooj voor ’t overwonnen Rijk der Nacht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.