ma alleen nog een beetje eiwit, zonder zaad erin. De ingreep zelf is een kleinigheid.'
Een kleinigheid. Dat zei moeder ook, als je je had bezeerd. 'Het gaat wel over, voordat je een meisje bent.'
'Maar wij wilden er na de oorlog kinderen bij nemen, dokter?'
'Dat kan dan natuurlijk niet meer. Of er zou iets aan te doen moeten zijn. Je kan informeren bij een chirurg. Ga eens naar dr. F., hij is niet-joods, maar als je zegt dat ik je heb gestuurd, zit het goed.'
'U wilt dus weten of doorgesneden zaadleiders later weer zo kunnen worden verbonden, dat zij een zaadcel doorlaten, waardoor de vruchtbaarheid wordt hersteld? Het is een vreemde vraag, normaal gesproken laat je je niet steriliseren om het weer ongedaan te maken. Ik ken tenminste geen enkel geval. Theoretisch lijkt het me wel mogelijk, maar de kans is klein. Een op de tien, schat ik. Meer durf ik niet te zeggen.'
'Je moet het niet laten doen, Sal, duik dan liever onder. Ik zal me wel redden met onze kleine meid. Je bent nu al de hele dag misselijk, alleen bij de gedachte eraan, 's Nachts word je kletsnat van het zweet en schreeuwend wakker. En wij willen het na de oorlog toch niet bij één kind laten. In ieder geval is het nog niet verplicht. Laten we niet in paniek raken. We kunnen altijd zien wat wij moeten doen als het zo ver zou komen.'
Redder in de nood
Er werd drie keer gebeld. Wie zou nu nog komen? Vrienden tikten altijd even aan het raam, om ons gerust te stellen. Drie
70