houding bij het aan de macht komen van Hitier, maar hij was niet toevallig eens de hoop van Freud, als geniale psycholoog. Bij hem heb ik gelezen dat degeen die in wezen geroepen zou zijn tot politiek leiderschap, evenwel in een periode of een land waarin die mogelijkheid ontbreekt, er verstandig aan doet, zijn leven aan anderen mee te delen.
Die wetenschap heeft ertoe bijgedragen, dat ik ertoe ben overgegaan in de literatuur mijn leven te verbeelden. Wam de Moor heeft dit begrepen, toen hij mij bij een toevallige ontmoeting op een bijeenkomst, waarvoor wij alletwee waren uitgenodigd, zei dat ik voor hem het begrip 'revolutie' in de literatuur heb geïntroduceerd, een begrip dat eerst een gesloten boek voor hem was.
Misschien is dit ook het antwoord op de vraag, waarom ik mij zo voor de film inzet. Ook daarin vertel ik mijn leven. Niet als filmster, daar ben ik werkelijk niet geschikt voor, eenvoudig als mezelf.
parijs, 26 mei 1982 De treinreis van Amsterdam naar Parijs, waar ik zo tegenop heb gezien, zit erop, en ik heb alweer een nacht achter de rug om die spanningen uit te slapen. De reis was niet gek begonnen. Ik had de nacht tevoren gedroomd dat ik met Bep naar zee liep, dat er rampen waren en dat ik langs een trap omlaag moest. Onderweg ontmoette ik Maurits, en vroeg of hij meeging een kop koffie drinken. Wij gingen een café binnen, en daar bestelde ik ook deux gateaux, ik zei het in het Frans.
Voorzover het mogelijk is een droom te begrijpen, sloot hij, dacht ik, aan bij mijn wens om met Michel te verbroederen (deux gateaux), maar toch, ook een droom heeft meer kanten. Toen Maurits destijds wegging naar de Noordoostpolder, de laatste keer dat wij hem zagen, want hij werd onderweg gearresteerd in de autobus (oh jé, bij de filmopname in de trein zei ik gisteren: in de trein) aten wij taartjes ten afscheid. Jarenlang heb ik geen taartjes meer durven eten, omdat ik er steeds aan werd herinnerd, en bang was dat het een slecht voorteken zou zijn. Daar kun je niet mee aan de gang blijven, en zo heb ik het er toch weer op gewaagd, godzijdank met een betere afloop dan bij het vertrek van Maurits. En nu, met Michel? Is het blijdschap? Of een definitief afscheid? Mijn gevoelens zijn te tegenstrijdig om er een zinnig antwoord op te kunnen geven, en misschien is het wel allebei, misschien durf ik nu voor het eerst afscheid van hem te nemen, voorgoed, want na Parijs zal ik hem wel nooit meer ontmoeten, aangenomen dat wij elkaar
81