voeld. Het zal een moeilijke tijd worden, en daar ben ik het meest bang voor. Los van de ontmoeting met Michel.
Goed is in elk geval, dat in de film mijn aanvankelijke bezwaren duidelijk naar voren komen. Bart opperde die gedachte, maar hij zei ook dat het best mogelijk was, dat Michel, op de geschiedenis terugziende, tot de overtuiging is gekomen dat ik werkelijk zijn beste vriend ben geweest.
Morgen naar Bussum voor de opnamen voor het programma Schrijvers. Ik heb nu het Haager Manifest gelezen, en het commentaar erop, en kan alleen hopen dat het gesprek daar niet over gaat. Ewald Vanvugt zei mij, dat het voornamelijk over het engagement van de schrijver zal gaan, diens standpunt daartegenover, maar de brief die hij mij vorige week donderdag stuurde, en die ik vanmorgen pas ontving, spreekt een heel andere taal, en heeft terdege betrekking op het Haager Manifest. Hoe dan ook: ik geloof dat geen van de aanwezige schrijvers, behalve Theun de Vries, zich er ernstig mee heeft beziggehouden. Theun de Vries wordt althans genoemd als afgevaardigde naar een congres in Scheveningen, dat plaatsvindt in de tijd dat ik (gelukkig) naar Parijs ben. Brakman is tegen 'engagement', zei Vanvugt, en Walter van der Broeck ziet, als ik het interview in Het Vrije Volk van zaterdag jongstleden goed heb begrepen, meer in individuele acties.
Gelukkig nemen mijn maagklachten niet toe. Dat de film van beslissende invloed zal zijn op mijn leven, daar ben ik van overtuigd.
En toch heb ik me heilig voorgenomen, als alles achter de rug is in het nieuwe jaar, me verder aan publiciteit te onttrekken en me geheel aan mijn onvoltooide manuscript te wijden.
20 mei Ik was eergisteren te gaar om nog iets in het dagboek te schrijven, en voor gisteren geldt hetzelfde. Het betekent geenszins, dat ik niet elk ogenblik van de dag wordt onderstebovengewoeld bij de gedachte aan de film. Hoop en twijfel spelen krijgertje met elkaar, en ik weet niet wie het zal winnen. Soms denk ik met ontroering aan Michel, aan ogenblikken waarop hij als een heel goed mens met een superieure intelligentie op mij overkwam, dan ineens herinner ik me een gebeurtenis waarbij hij me heeft willen manipuleren. Soms is het heel moeilijk te beoordelen, en kan ik alleen op mijn gewaarwording van het gebeurde afgaan. Zo sliep hij eens bij ons op het Henriëtte Ronnerplein, lang voor de Algerijnse geschiedenis, toen hij slechts enkele dagen uit Parijs naar Nederland was gekomen. Hij verbleef in
75