houdsloos, karakterloos. Samen met buurman Rob de Brey. Het was toch wel leuk, herinnert mij altijd aan vroeger, toen ik met Maurits naar Meteoor ging, of met oom Izaak naar Ajax, al val ik tijdens de tweede helft meestal in slaap. In Latijns-Amerika trouwens ook menige wedstrijd gezien, bijvoorbeeld met Posadas, die zelf eens beroepsvoetballer is geweest. Wat een show, altijd.
In de nrc een groot interview met Karei van het Reve, die vertelt te stoppen met het professoraat, en zijn plan onthult, een column in een krant te beginnen. Die krant zal wel Het Parool zijn.
17 mei Vandaag kwam Jochgem mij halen (met bloemen voor Bep), om mij naar het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis op de Herengracht te brengen. Bep was blij met de bloemen, zij heeft een heel goed contact met de filmers, en zij is tevreden over het gesprek. Het was Jochgem trouwens die, nadat ik in het Huis van Bewaring had voorgelezen uit mijn cel-brieven aan Bep, vond dat zij een aparte plaats in de film verdiende. Hij is een gevoelige man, die al heel wat film-ervaring heeft. In China geweest, waar hij Joris Ivens heeft ontmoet, en in Amerika, waar hij... Nixon heeft moeten filmen.
Vannacht had Bep een nachtmerrie, schreeuwde zo hard in haar slaap dat ik haar wakker maakte.
En nu de ervaringen in het Instituut. Rudolf wilde een opname van de geweldige safe, waar de manuscripten van Marx en nog vele anderen, ook van Bakoenin, opgeborgen lagen. En ook... de waarheid moet gezegd worden, mijn koffertje met papieren, verzegeld door Maria Hunink, de toenmalige bibliothecaresse, met het stempel van de Eerste Internationale, die niet voor het jaar 2000 verbroken mocht worden.
Het Instituut is intussen verhuisd, en die safe leeg, en het ging om iets heel anders. Rudolf wilde de spullen, die wij woensdag uit de safe van de Centrumbank halen, op een of andere manier uit de geweldige kluis van het Instituut te voorschijn toveren, een filmtruc die niet moeilijk is, maar kom, laat ik me niet met de techniek van de film bemoeien.
Ik heb vooral lopen piekeren over de reis naar Parijs. Nu de film onthullend is, is het goed dat de verantwoordelijkheid ook gedeeld wordt, dat het niet allemaal op mij neerkomt.
Zeker is, dat de film objectief een schijnwerper richt op onze verdienste voor de Algerijnse zaak, en dat moet Rudolf hebben aange
74