ten te overtuigen van het historisch belang van de koloniale revolutie. Lenin heeft het onmiddellijk begrepen, en hem tot secretaris van de commissie voor koloniale vraagstukken gemaakt, waarvan hij zelf voorzitter was. Het vloeide voort uit zijn enorme activiteit in Indonesië, als was hij geïnspireerd door Multatuli, en zijn reis naar China vloeide weer voort uit zijn betekenis op het Tweede Wereldcongres. Maar wat de 'gewone' politiek betreft was Sneevliet, ook en vooral in 'mijn' tijd, een amateur tegenover Leo Trotski. Tot een andere conclusie kan ik, na al die jaren, nog steeds niet komen.
En gisteren waren we naar Diemen, naar het graf van Saartje. Ik voelde mij eerst niet op mijn gemak zonder hoofdbedekking. Dat is mij ook overkomen bij de begrafenis van mijn grootvader. Toen moest ik als de bliksem naar de Overtoom om bij Bep een hoofddeksel te lenen. Zelfs op het jodenschooltje is het mij wel eens gebeurd. Dan werd ik er op attent gemaakt, en rende de klas uit om in de gang van de kapstok een of andere pet te rukken, of ik knoopte een zakdoek aan de vier punten tot een mutsje. Vanwaar die vergeetachtigheid? Ik ben volstrekt ongodsdienstig, die hele hoofddekkerij komt op mij over als poppenkast. En dus moet ik steeds weer weerstanden overwinnen om aan die flauwekul mee te doen.
Was het dat gisteren alleen? Ik heb eens gelezen dat James Joyce aan het sterfbed van zijn moeder heeft geweigerd te bidden; zou ik mij voor de buitenwereld schamen te hebben toegegeven aan een 'ritueel'? Om mensen niet te kwetsen? Dat was het argument van mijn vader om ons te laten besnijden: hij wilde onze grootouders niet kwetsen. Ik heb nooit veel begrip voor dergelijke 'argumenten' kunnen opbrengen.
Iets heel bijzonders is, dat ik me eerst geremd voelde. Je bloot geven aan het graf van je zusje tegenover alle mensen die straks naar de film kijken, is beangstigend. Eerst wou ik me niet gewonnen geven, en ligt daar de verklaring niet voor het vergeten van het hoofddeksel? Of is het mijn opstand tegen elke autoriteit (met inbegrip van die van Michel), stuit het me tegen de borst het hoofd te dekken voor een denkbeeldige hogere macht, die in werkelijkheid de machtsrelaties onder de mensen weerspiegelt? Een strenge, autoritaire vader in de hemel, die alles ziet, en je nooit met rust laat?
Ineens begon ik te huilen aan het graf van Saartje, iets wat mij nooit eerder is overkomen. Het kwam van heel diep, en ik ben er nog uitgeput van. Als het ertoe bijdraagt, andere mensen te ontroeren, betekent het dat gedeeld leed half leed is geworden.
Straks komt Rudolf (met zijn vriendin Linda, die enigszins op onze
69