Ik 'zit' nu al haast twee maanden, die zijn in elk geval voorbij. Vreemd dat men blij kan zijn om een stukje van het eigen leven dat vervlogen is, maar het celleven lokt dergelijke gedachten uit. Soms heb ik de inval: een gevangenisstraf is een stukje doodvonnis, je bent voor zo- of zoveel maanden buiten je bestaan geplaatst. Dat is tenminste de bedoeling ervan, en als je daarin berust is het ook zo. Maar ik voel me dikwijls, tussen de muren, teruggeworpen op de kern van mijn wezen, eenzaam zoals een baby eenzaam moet zijn in de wieg en langzaam zichzelf gaat ontdekken. Een pasgeborene moet het benauwd krijgen van de indrukken die op hem afstormen zonder dat hij (of zij) er al uitdrukking aan kan geven. Zo weet ik me soms geen raad met kleine dingetjes. Dan kun je je een woord niet herinneren of een naam, of weet-ik-veel. Aan niemand kun je het vragen, en je denkt: had ik maar een woordenboek, of een atlas. Ach, het zijn maar kleinigheden. In werkelijkheid kan ik het alleen-zijn heel goed verdragen, anders zou ik er wel met de dokter over gaan praten.
Toch, helemaal zonder contact ben je toch ook niet steeds. Vorige week moest ik in een cel wachten, met een leuke jongen van een jaar of 17, die met z'n vriendje de branie had willen uithangen en een stommiteit had uitgehaald. Ik heb hem op z'n huid gegeven, gevraagd of hij zijn leven wilde verprutsen op die manier. Hij was een beetje verbouwereerd en mijn 'predikatie' zal wel niet veel helpen, al hoop je natuurlijk van wel. In elk geval geeft het je even het gevoel dat al die verloren tijd voor een ander toch iets nuttigs heeft opgeleverd. Voor de rest: iemand voor straf opsluiten in een cel vind ik iets zo stompzinnigs, dat ik me er steeds weer over verbaas. Laten we eens aannemen dat de burgerlijke maatschappij de hoogste en ideale maatschappij-vorm zou zijn, natuurlijk met tekortkomingen, maar die verbeterd moeten worden. Denken ze dan heus die verbeteringen tot stand te kunnen brengen door mensen in een cel op te sluiten en hun dagen nutteloos te laten doorbrengen?
Intussen ben ik overgeplaatst naar een andere cel. Hier zijn ruiten van gewoon glas en niet van matglas, zodat ik de (grauwe!) lucht kan zien. Bovendien kan ik, geperst in de hoek van de cel, naar een kerktoren kijken en dus steeds weten hoe laat het is. Dat is een klein stukje vrijheid, zullen we maar denken.
Heb gisteren zitten lezen, de hele dag, zo dat mijn ogen er pijn van deden toen ik naar bed ging. Zal het vandaag wat kalmer aan doen. Vanaf 12 uur is er radio, dat geeft ook afleiding.
Zojuist wezen luchten, op zondag maar één keer. Er was zowaar een
58