zwaarst wegen. Hij laat zich zeker niet om de tuin leiden, en dat is mijn bedoeling ook niet. Rudolf moet zelf maar zien hoe hij dit alles regelt. Waarschijnlijk zullen de bezwaren van de kant van Hélène komen maar dat zal dan wel blijken. Het is niet mijn bedoeling, en ook niet mijn wijze, mij vijandig over Michel uit te laten. Beslissend is wel dat onze wegen uiteen zijn gegaan, na de uitermate intense samenwerking. Voorzover de film die samenwerking uitbeeldt, is het een historisch document. Met de breuk houdt mijn 'rol in de geschiedenis' op en word ik een literaire persoon.
En toch ook meer dan het laatste, want in wezen lap ik literaire ambities aan mijn laars, en probeer ik in mijn boeken mijn leven literaire vorm te geven, iets wat strookt met de inzet van bijvoorbeeld Multatuli, maar niet met wat onder literaire beginselen wordt verstaan, en wel: het verdwijnen van de persoon achter het beeld, dat je in je boeken schildert.
Rudolf identificeert zich in sterke mate met mij, en dat is ook wel nodig ter wille van de film. Onze belangen lopen tijdelijk parallel, tot de film klaar is, daarna blijft er waarschijnlijk een vriendschappelijke band bestaan, maar gaat ieder toch weer zijns weegs.
Ik lees de aantekeningen van vandaag over, en ontdek hoe goed ik mijn gevoelens van gisteren, toen ik weer kennismaakte met de Am• stelveenseweg, heb weggedrukt. Ze verzwijgen? Het is het beste, hier over te nemen wat ik in brieven aan Mien Sneevliet, aan Bep en de kinderen heb neergeschreven.
De populieren bij de gevangenis die je met luchten kunt zien, houden me in hun ban. Bestond er maar een verrekijker waarmee je met een boogje over een hek kon kijken. Zo'n soort kijker zullen ze ook wel eens uitvinden, laten we hopen dat er tegen die tijd geen gevangenissen meer zijn, of, om meer in het kader van de realiteit te blijven, dat ik er dan niet meer in zit... De mensen moesten me zien lopen op de luchtplaats, jasje uit als de zon schijnt, kraag omhoog bij regen. Daar wordt het brood gebracht, zes boterhammen voor de avond en vier voor de ochtend, meer dan ik op kan. Ik doe heel zuinig, rook niet meer, het snoepen beperk ik tot een rolletje pepermunt per week, maar er zijn altijd kosten. Overhemd wassen (75 cent!), krant, weekblad, fruit (en dat moet je wel nemen, want dat krijg je hier niet), terwijl het eten (vaak kool en bonen) niet zo rijk aan vitamine is, vorige week een dubbelstekker voor mijn scheerapparaat, komende week moet ik mijn schoenen laten maken.
57