dat de 'stroper', een medegevangene, mij destijds heeft geschonken. Ik zal het morgen meenemen naar het Huis van Bewaring. Als je iets dergelijks terugvindt op de dag voordat je naar het HvB gaat, kan er van toeval geen sprake zijn. Ook zulke schijnbaar onbelangrijke details bewaart de menselijke psyche heel zorgvuldig.
Rudolf heeft de stukken aangestreept uit mijn celbrieven, waaraan hij de voorkeur geeft. Ik heb ze doorgelezen, en waarachtig, ik heb zitten janken bij elk stuk. Dat wordt wat morgen. Ik zal proberen mij te beheersen. Het is wel niet erg om een keer ontroerd te zijn, maar ik moet toch ook voorlezen.
30 april Was gisteren voor opnamen naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Voelde me als een oud cavaleriepaard, dat bij het ruiken van de kruitdamp opnieuw begint te steigeren, en merkte achteraf, hoe ik gewond ben geraakt.
Vrijdagavond, 's Middags was Rudolf er, die nieuwsgierig was naar wat ik over de opnamen in de cel in mijn dagboek geschreven had. Het is weinig, en ik verbaas mij er zelf over. Die hele armzalige instelling kon mij niet intimideren, net zomin als destijds trouwens. Het was alles wat ermee verband hield, de arrestatie, de angst om Michel en om het gezin, om mijzelf ook, om de beweging, die mij toen bezighield, en ik heb daar in wezen gisteren naar verwezen. Het heeft mij te veel uitgeput om er weer op in te gaan.
Rudolf overhandigde mij een brief, waarin hij mij voorstelt mee te gaan naar Parijs, om vorm te geven aan rnfjn breuk met Michel. Eerst blijft de mogelijkheid open, dat een ontmoeting met hem plaatsvindt, maar in de loop van de treinreis ontwikkel ik mijn bezwaren, en neem, in Parijs aangekomen, het besluit hem niet te ontmoeten.
Ik heb er niets tegen. In wezen is het zelfs een demonstratie van mijn falen na een activiteit van tientallen jaren, de paniek waarin ik plotseling terecht kom als ik ervoor word geplaatst, Michel te ontmoeten.
Die paniek is reëel. Mijn maagzweer getuigt ervan, dat wil zeggen is de paniek die ik 'opgevreten' had, en die ik nu onder ogen durf te zien.
Een ander punt is wat Michel zegt, en hoe hij reageert als hij hoort dat ik hem niet wil ontmoeten, niet uit vijandschap, maar omdat mijn leven een andere richting heeft genomen.
Ik heb geen idee van zijn reactie. Het blijft voor hem van wezenlijk belang, in de film vrij te kunnen spreken over de Algerijnse geschiedenis en andere problemen, en waarschijnlijk zal dit voor hem wel het
56