De film zal in september of oktober voor de tv komen. Rudolf vond de schets 'De brieven van Saartje' heel goed, ook de overgang naar vandaag, en vroeg of ze gepubliceerd werden.
Na het telefoongesprek met Rudolf kan ik vol vertrouwen het komende tegemoetzien. De dialoog gaat nu beginnen, en daar voel ik mij het sterkst in. Bovendien heb ik geen dingen te verbergen die voor de film van belang zijn.
27 april Gisteravond opgebeld door een verslaggever van Het Vrije Volk, die inlichtingen vroeg over Joop Zwart, die achter een zogenaamde naamloze verkiezingslijst schijnt te staan. Ik heb hem verteld dat ik nooit met Joop Zwart heb samengewerkt, dat hij in 1934 door Sneevliet uit de rsp* is gezet, nooit trotskist is geweest, en dat hij buiten mijn weten bij de Algerijnse zaak is betrokken. Verder heb ik hem verwezen naar een interview met Max Pam in Vrij Nederland, waarin hij bijzonderheden kan vinden omtrent de mate van betrouwbaarheid van deze figuur.
Straks komen Wil en Nel, en ik ben er blij om. Zo heeft alles twee kanten. Wil was destijds heel solidair in die Algerijnse geschiedenis, vooral toen ik na mijn invrijheidstelling in een crisis verkeerde. Later hebben wij nog wel eens ruzie gehad. De laatste keer verweet hij mij, hem niet te hebben opgebeld toen hij voor niets aan de deur was geweest en een kaartje had achtergelaten. Maar later vond ik zijn kaartje, waarop stond dat hij nog zou opbellen. Ik zal hem dat toch laten zien. Het is een mooi geval van projectie.
En voor de rest is een onrustige tijd begonnen, waar ik niet goed raad mee weet.
׳s avonds half 8 Bep is naar het ziekenhuis, om bloemen te brengen voor Evert, die er plotseling met longontsteking is opgenomen. Ik was vanmiddag naar de Centrumbank, om de celbrieven uit de safe te halen. Daarbij heb ik ook de brieven aan moeder meegenomen. Uit een van die brieven blijkt dat ik nooit met Joop Zwart heb samengewerkt.
Later kwam Rudolf met twee filmers, die donderdag meegaan naar het Huis van Bewaring. Ik zal morgen de door Rudolf aangestreepte brieffragmenten doornemen. Hij had intussen 'De brieven aan Saartje' gelezen, vindt het verhaal geslaagd, maar dacht dat het laatste hoofdstuk aan kracht zou winnen als het wordt ingekort. Ik zal het na de hele filmgeschiedenis nog eens doornemen.
54