overtuigd van zijn eigen ongelijk, omdat zijn ervaring en inzicht hem anders toefluisterden. Hij ging mopperen, liet langs omwegen merken dat hij het ergens niet helemaal mee eens was, zonder evenwel duidelijk te zijn, zodat Jean hem verwijten ging maken over zijn slecht humeur, en hem liet merken daar niet van gediend te zijn. En ofschoon Nico pienter genoeg was, scheen het hem of hij in een waas leefde, tenzij hij het werkelijk met Jean eens was, dan was hij een meester in het verdedigen van diens standpunt, en het ontwikkelen van eigen, daarmee verband houdende ideeën.
Ik kan het nu, jaren later, niet lezen zonder te zuchten.
Intussen heb ik, wat de film betreft, mijn lot min of meer in handen van Rudolf van den Berg gelegd. Gisteren ben ik hem alle brieven gaan brengen, uit het huis van bewaring, uit Latijns-Amerika, brieven van Bep en mij, samen voldoende om er een jaar mee bezig te zijn. Ik heb niet geselecteerd, al zijn ze soms meer dan vertrouwelijk. Maar zonder volledige inzet moet je aan zo'n taak niet beginnen.
Bovendien heb ik hem twee machtigingen verstrekt: een om mijn archief bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in te kijken.
De andere machtiging was voor Mr. Smeets, mijn advocaat in het Algerijns proces, waarmee ik hem tegenover Rudolf van zijn beroepsgeheim onthef.
10 februari Vannacht werd ik in mijn slapende onschuld weer gearresteerd, wegens hernieuwde steun aan de fln. 'Dan moeten ze die oorlog maar niet voortzetten,' dacht ik hardnekkig. Anderen werden voor mij verhoord, we stonden op een rijtje om aan de beurt te komen, en zo hoorde het ook, want er hebben natuurlijk meer mensen aan het Algerijnse werk deelgenomen, al zijn de meeste namen nooit bekend geworden of bekend gemaakt. Een van hen zei me eens, met een stil verwijt, dat hij ook wel boeken wilde schrijven. 'Doe het dan,' antwoordde ik, en dat meen ik ook. Het vreemde was, dat Michel in mijn droom niet voorkwam, en hij was er toch echt bij, werd door sommigen zelfs de 'big boss' genoemd, tot mijn ergernis, want voor de revolutionaire beweging dient te gelden: 'Ni dieu, ni maitre'. Wat Hélène niet belette eens tegen mij, wegens eigenmachtig optreden, bij afwezigheid van Michel in Londen te zeggen: 'Als Michel er niet is ben ïk de baas.' Het zijn van die mooie uitspraken, die je nooit meer
20