Want zonder die steun van Michel was mij het werken in de bewe-׳ ging niet mogelijk.
Mijn werkelijke ontplooiing in het raam van de Vierde Internationale is pas begonnen, toen ik Michel leerde kennen, hem als mijn leermeester zag, en in het raam daarvan tot eigen initiatieven kwam.
Toen ik in Latijns-Amerika dreigde onder te gaan, heeft Michel aan Posadas, de voornaamste leider van de Latijnsamerikaanse Trotskisten, in een brief laten weten, dat hij hem persoonlijk verantwoordelijk stelde voor mijn lot, wat althans voor een tijdje heeft geholpen, in elk geval lang genoeg om het hoofd boven water te kunnen houden.
Bij mijn lidmaatschap van het Internationaal Secretariaat beschermde hij mij meer dan eens tegen Pierre Frank en Ernest Mandel, anders was het voor mij niet uit te houden geweest.
Bij de intredepolitiek steunde hij mij tegen degenen die de likwida-tie van onze beweging nastreefden.
Toen wij gevangen zaten, stond hij zelfs achter mij toen er van meningsverschillen met Hélène sprake bleek te zijn.
En toen ik na onze invrijheidstelling bij ze was in Marokko, verzekerde Michel me opnieuw zijn steun, zei dat het voor Hélène moeilijk was geweest zich, toen wij gevangen zaten, steeds juist te oriënteren. Niemand, ook hij niet, heeft ooit geweten hoe die wrijving met haar toen ik in de cel zat mij heeft aangegrepen, tot wanhoop heeft gedreven. En ik nam mij toen heilig voor: dat nooit meer.
Maar nauwelijks terug in Nederland las ik in een brief van Hélène aan Maurice, die mij toevallig onder ogen kwam, dat ik mijn historische plicht niet begreep.
'Die ellende nooit meer,' had ik mij voorgenomen, en zocht de steun van Michel, die hij mij beloofde, maar mij onthield toen het erop aankwam.
Dat was het begin van de breuk.
Want met al het gelijk van levensfilosofische beginselen en politieke programma's verdwijnt de grondslag voor samenwerking, als het wederzijds vertrouwen er niet meer is.
Hoe is het in godsnaam mogelijk, na al die jaren van nauwe samenwerking, vooral voor de Algerijnse revolutie, vraag ik mij wel eens af.
Misschien weten wij te veel van elkaar, van de nood waarin wij gezamenlijk hebben gezeten, en de angsten, doodsangst inbegrepen, die ons hebben geteisterd.
Door al die angsten heen heb ik mij volkomen geïdentificeerd met
88