Michel Raptis, mijn belangen ondergeschikt gemaakt aan de zijne, en mijn advocaat Mr. Smeets dit als voorwaarde gesteld voor zijn verdediging.
En daarmee is op ons een wet van toepassing geworden die ik eens bij de Duitse psycholoog Klages heb gelezen, en die luidt: als iemand de moed kan opbrengen, zich tot het uiterste met een ander te identificeren, bereidt hij daarmee onherroepelijk een differentiatie, een breuk voor.
Die moed heb ik opgebracht, uit liefde voor Michel, uit een gevoel van verantwoordelijkheid voor zijn lot in de periode dat hij in Nederland was, en vooral toen wij gezamenlijk in de gevangenis zaten.
31 mei Het is belachelijk, iemand met de kwaliteiten van Michel Raptis te zien stotteren, zodra ter sprake komt dat Sal Santen hem zou komen opzoeken. Hij weet beter dan wie ook ter wereld, wat Sal Santen voor hem heeft gedaan, en dat alle kletspraatjes die hij daarna te horen heeft gekregen, onwaarachtig zijn.
Als ik als politicus, of vroegere politicus, begrip heb getoond voor zijn buitengewone bekwaamheden en integriteit als revolutionaire analiticus, en de eenheid tussen woord en daad wat dit betreft, als schrijver zou ik geen knip voor de neus waard zijn als ik de kloof tussen woord en daad niet aan de kaak stelde zodra zijn persoonlijke houding tegenover mij aan de orde is.
2 juni Gisternacht werd ik droevig wakker, terwijl ik had gedroomd dat ik mijn fiets ergens had neergezet en er niet bij kon. De fiets ben ik zelf, heb ik al zo vaak kunnen vaststellen, zoals voor een ander een auto de eigen persoonlijkheid symboliseert. Maar ik heb nu eenmaal geen auto, kan niet eens auto rijden, en de fiets is niet eens een gek symbool, want je moet jezelf voorttrappen om in beweging te blijven en niet om te vallen.
Maar droevig? Waarom droevig?
Dat is logisch, als ik niet bij mijn fiets, bij mezelf kan komen. Zijn mijn gevoelens zo beangstigend?
Droefheid is waarschijnlijk het werkelijk gevoel dat mij, naast woede, bezielde toen ik uit Parijs wegging. Want natuurlijk maakt het mij verdrietig afgewezen, in de steek gelaten te zijn. Gisteren schreef ik
89